Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. zaterdag:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zaterdag in het Nederlands

zaterdag:

zaterdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zaterdag
    de zaterdag
    • zaterdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

zaterdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zaterdag
    – de zesde dag van de week 1
    de zaterdag
    – de zesde dag van de week 1
    • zaterdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • op zaterdag doen we meestal boodschappen1

Verwante woorden van "zaterdag":

  • zaterdagen, zaterdags

Verwante definities voor "zaterdag":

  1. de zesde dag van de week1
    • op zaterdag doen we meestal boodschappen1