Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. zelf:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zelf in het Nederlands

zelf:

zelf bijvoeglijk naamwoord

  1. zelf
    zelf; ikzelf; zelve
    • zelf bijvoeglijk naamwoord
    • ikzelf bijvoeglijk naamwoord
    • zelve bijvoeglijk naamwoord
  2. zelf
    eigenhandig; zelf

zelf

  1. zelf
    – in eigen persoon 1
    zelf
    – in eigen persoon 1
    • zelf
      • ik heb de deur zelf geverfd1

Verwante woorden van "zelf":

  • zelfheid

Verwante definities voor "zelf":

  1. in eigen persoon1
    • ik heb de deur zelf geverfd1

Verwante synoniemen voor zelf