Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zinderend in het Nederlands

zinderend:

zinderend bijvoeglijk naamwoord

  1. zinderend
    spannend; adembenemend; boeiend; sensationeel; opwindend; pakkend; meeslepend; zinderend

zinderen:

zinderen werkwoord (zinder, zindert, zinderde, zinderden, gezinderd)

  1. zinderen
    zinderen
    • zinderen werkwoord (zinder, zindert, zinderde, zinderden, gezinderd)

Conjugations for zinderen:

o.t.t.
  1. zinder
  2. zindert
  3. zindert
  4. zinderen
  5. zinderen
  6. zinderen
o.v.t.
  1. zinderde
  2. zinderde
  3. zinderde
  4. zinderden
  5. zinderden
  6. zinderden
v.t.t.
  1. heb gezinderd
  2. hebt gezinderd
  3. heeft gezinderd
  4. hebben gezinderd
  5. hebben gezinderd
  6. hebben gezinderd
v.v.t.
  1. had gezinderd
  2. had gezinderd
  3. had gezinderd
  4. hadden gezinderd
  5. hadden gezinderd
  6. hadden gezinderd
o.t.t.t.
  1. zal zinderen
  2. zult zinderen
  3. zal zinderen
  4. zullen zinderen
  5. zullen zinderen
  6. zullen zinderen
o.v.t.t.
  1. zou zinderen
  2. zou zinderen
  3. zou zinderen
  4. zouden zinderen
  5. zouden zinderen
  6. zouden zinderen
diversen
  1. zinder!
  2. zindert!
  3. gezinderd
  4. zinderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze