Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zoet in het Nederlands

zoet:

zoet bijvoeglijk naamwoord

  1. zoet
    zoet; lief; braaf; voorbeeldig; deugdzaam
  2. zoet
    zoet; gesuikerd
  3. zoet
    zoet; zoetsmakend
  4. zoet
    – wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg 1
    lief; zoet; braaf; gehoorzaam
    – wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg 1
    • lief bijvoeglijk naamwoord
      • de kinderen waren erg lief vandaag1
    • zoet bijvoeglijk naamwoord
      • Ilse is een zoet kind1
    • braaf bijvoeglijk naamwoord
      • onze hond is altijd braaf1
    • gehoorzaam bijvoeglijk naamwoord
      • deze leerlingen zijn erg gehoorzaam1
  5. zoet
    – aangename smaak die ontstaat door suiker 1
    zoet
    – aangename smaak die ontstaat door suiker 1
    • zoet bijvoeglijk naamwoord
      • de sinaasappel is lekker zoet1

Verwante woorden van "zoet":

  • zoetheid, zoeter, zoetere, zoetst, zoetste, zoete

Alternatieve synoniemen voor "zoet":


Antoniemen van "zoet":


Verwante definities voor "zoet":

  1. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg1
    • Ilse is een zoet kind1
  2. aangename smaak die ontstaat door suiker1
    • de sinaasappel is lekker zoet1

zoeten:

zoeten werkwoord (zoet, zoette, zoetten, gezoet)

  1. zoeten
    zoeten; zoetmaken
    • zoeten werkwoord (zoet, zoette, zoetten, gezoet)
    • zoetmaken werkwoord (maak zoet, maakt zoet, maakte zoet, maakten zoet, zoet gemaakt)

Conjugations for zoeten:

o.t.t.
  1. zoet
  2. zoet
  3. zoet
  4. zoeten
  5. zoeten
  6. zoeten
o.v.t.
  1. zoette
  2. zoette
  3. zoette
  4. zoetten
  5. zoetten
  6. zoetten
v.t.t.
  1. heb gezoet
  2. hebt gezoet
  3. heeft gezoet
  4. hebben gezoet
  5. hebben gezoet
  6. hebben gezoet
v.v.t.
  1. had gezoet
  2. had gezoet
  3. had gezoet
  4. hadden gezoet
  5. hadden gezoet
  6. hadden gezoet
o.t.t.t.
  1. zal zoeten
  2. zult zoeten
  3. zal zoeten
  4. zullen zoeten
  5. zullen zoeten
  6. zullen zoeten
o.v.t.t.
  1. zou zoeten
  2. zou zoeten
  3. zou zoeten
  4. zouden zoeten
  5. zouden zoeten
  6. zouden zoeten
diversen
  1. zoet!
  2. zoet!
  3. gezoet
  4. zoetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor zoet