Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor echter in het Nederlands

echter:

echter bijvoeglijk naamwoord

  1. echter
    echter; maar
    • echter bijvoeglijk naamwoord
    • maar bijvoeglijk naamwoord
  2. echter
    echter; maar; niettemin; doch; nochtans

echter

  1. echter
    – geeft een tegenstelling aan 1
    de maar; echter; nochtans; doch
    – geeft een tegenstelling aan 1
    • maar [de ~] zelfstandig naamwoord
      • hij is wel aardig, maar ook een beetje gek1
    • echter
      • Jan heeft echter weer bezwaren.1
    • nochtans
      • je hebt het gezegd, maar ik ben het nochtans vergeten1
    • doch
      • hij is lastig doch interessant1

Verwante woorden van "echter":


Alternatieve synoniemen voor "echter":


Verwante definities voor "echter":

  1. geeft een tegenstelling aan1
    • Jan heeft echter weer bezwaren.1

echter vorm van echt:

echt bijvoeglijk naamwoord

  1. echt
    echt; zeker; waarlijk; stellig; beslist; wel degelijk; reëel; waarachtig; voorzeker; vast en zeker; welzeker; gewis; geheid; heus
  2. echt
    werkelijk; echt; heus
    • werkelijk bijvoeglijk naamwoord
    • echt bijvoeglijk naamwoord
    • heus bijvoeglijk naamwoord
  3. echt
    onvervalst; echt
  4. echt
    oprecht; echt; ronduit; eerlijk; menens
  5. echt
    effectief; reëel; werkelijk; metterdaad; warempel; echt; heus; waarachtig; waar
  6. echt
    echt; in hart en nieren; rechtgeaard
  7. echt
    – precies als in de werkelijkheid 1
    de waar; natuurlijk; echt; werkelijk; heus
    – precies als in de werkelijkheid 1
    • waar [de ~] zelfstandig naamwoord
      • het is een waar gebeurd verhaal1
    • natuurlijk bijvoeglijk naamwoord
      • zij speelt die rol heel natuurlijk1
    • echt bijvoeglijk naamwoord
      • is het echt gebeurd?1
    • werkelijk bijvoeglijk naamwoord
      • hij noemt zich Leo, maar dat is niet zijn werkelijke naam1
    • heus bijvoeglijk naamwoord
      • is het heus?1
  8. echt
    – geen namaak 1
    echt; zuiver
    – geen namaak 1
    • echt bijvoeglijk naamwoord
      • deze armband is echt goud1
    • zuiver bijvoeglijk naamwoord
      • dat is zuiver goud1
  9. echt
    – wat er precies bij past 1
    echt; typisch
    – wat er precies bij past 1
    • echt bijvoeglijk naamwoord
      • dat is echt is voor onze Otman1
    • typisch bijvoeglijk naamwoord
      • dat is weer typisch iets voor Herman1

echt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de echt
    de echtverbintenis; de huwelijk; de echt; burgerlijke staat

Verwante woorden van "echt":


Alternatieve synoniemen voor "echt":


Antoniemen van "echt":


Verwante definities voor "echt":

  1. precies als in de werkelijkheid1
    • is het echt gebeurd?1
  2. geen namaak1
    • deze armband is echt goud1
  3. wat er precies bij past1
    • dat is echt is voor onze Otman1