Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. florerend:
  2. floreren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor florerend in het Nederlands

florerend:

florerend bijvoeglijk naamwoord

  1. florerend
    welvarend; florerend; welgesteld

florerend vorm van floreren:

floreren werkwoord (floreer, floreert, floreerde, floreerden, gefloreerd)

  1. floreren
    bloeien; goed lopen; floreren
    • bloeien werkwoord (bloei, bloeit, bloeide, bloeiden, gebloeid)
    • goed lopen werkwoord (loop goed, loopt goed, liep goed, liepen goed, goed gelopen)
    • floreren werkwoord (floreer, floreert, floreerde, floreerden, gefloreerd)

Conjugations for floreren:

o.t.t.
  1. floreer
  2. floreert
  3. floreert
  4. floreren
  5. floreren
  6. floreren
o.v.t.
  1. floreerde
  2. floreerde
  3. floreerde
  4. floreerden
  5. floreerden
  6. floreerden
v.t.t.
  1. heb gefloreerd
  2. hebt gefloreerd
  3. heeft gefloreerd
  4. hebben gefloreerd
  5. hebben gefloreerd
  6. hebben gefloreerd
v.v.t.
  1. had gefloreerd
  2. had gefloreerd
  3. had gefloreerd
  4. hadden gefloreerd
  5. hadden gefloreerd
  6. hadden gefloreerd
o.t.t.t.
  1. zal floreren
  2. zult floreren
  3. zal floreren
  4. zullen floreren
  5. zullen floreren
  6. zullen floreren
o.v.t.t.
  1. zou floreren
  2. zou floreren
  3. zou floreren
  4. zouden floreren
  5. zouden floreren
  6. zouden floreren
diversen
  1. floreer!
  2. floreert!
  3. gefloreerd
  4. florerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze