Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor heffen in het Nederlands

heffen:

heffen werkwoord (hef, heft, hief, hieffen, geheven)

  1. heffen
    heffen; omhoog doen
  2. heffen
    opheffen; heffen; hijsen; omhoog heffen
    • opheffen werkwoord (hef op, heft op, hief op, hieven op, opgeheven)
    • heffen werkwoord (hef, heft, hief, hieffen, geheven)
    • hijsen werkwoord (hijs, hijst, hees, hesen, gehesen)
    • omhoog heffen werkwoord
  3. heffen
    opheffen
    – omhoog tillen 1
    • opheffen werkwoord (hef op, heft op, hief op, hieven op, opgeheven)
      • hij hief de beker op1
    heffen; tillen; omhoog brengen; lichten; omhoogheffen
    • heffen werkwoord (hef, heft, hief, hieffen, geheven)
    • tillen werkwoord (til, tilt, tilde, tilden, getild)
    • omhoog brengen werkwoord (breng omhoog, brengt omhoog, bracht omhoog, brachten omhoog, omhoog gebracht)
    • lichten werkwoord (licht, lichtte, lichtten, gelicht)
    • omhoogheffen werkwoord (hef omhoog, heft omhoog, hief omhoog, hieven omhoog, omhooggeheven)
    optillen
    – omhoog brengen 1
    • optillen werkwoord (til op, tilt op, tilde op, tilden op, opgetild)
      • hij tilde de zware stoel op1

Conjugations for heffen:

o.t.t.
  1. hef
  2. heft
  3. heft
  4. heffen
  5. heffen
  6. heffen
o.v.t.
  1. hief
  2. hief
  3. hief
  4. hieffen
  5. hieffen
  6. hieffen
v.t.t.
  1. heb geheven
  2. hebt geheven
  3. heeft geheven
  4. hebben geheven
  5. hebben geheven
  6. hebben geheven
v.v.t.
  1. had geheven
  2. had geheven
  3. had geheven
  4. hadden geheven
  5. hadden geheven
  6. hadden geheven
o.t.t.t.
  1. zal heffen
  2. zult heffen
  3. zal heffen
  4. zullen heffen
  5. zullen heffen
  6. zullen heffen
o.v.t.t.
  1. zou heffen
  2. zou heffen
  3. zou heffen
  4. zouden heffen
  5. zouden heffen
  6. zouden heffen
en verder
  1. is geheven
  2. zijn geheven
diversen
  1. hef!
  2. heft!
  3. geheven
  4. heffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor heffen