Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. zoeven:
  2. zoëven:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zoeven in het Nederlands

zoeven:

zoeven werkwoord (zoef, zoeft, zoefde, zoefden, gezoefd)

  1. zoeven
    zoeven
    • zoeven werkwoord (zoef, zoeft, zoefde, zoefden, gezoefd)

Conjugations for zoeven:

o.t.t.
  1. zoef
  2. zoeft
  3. zoeft
  4. zoeven
  5. zoeven
  6. zoeven
o.v.t.
  1. zoefde
  2. zoefde
  3. zoefde
  4. zoefden
  5. zoefden
  6. zoefden
v.t.t.
  1. ben gezoefd
  2. bent gezoefd
  3. is gezoefd
  4. zijn gezoefd
  5. zijn gezoefd
  6. zijn gezoefd
v.v.t.
  1. was gezoefd
  2. was gezoefd
  3. was gezoefd
  4. waren gezoefd
  5. waren gezoefd
  6. waren gezoefd
o.t.t.t.
  1. zal zoeven
  2. zult zoeven
  3. zal zoeven
  4. zullen zoeven
  5. zullen zoeven
  6. zullen zoeven
o.v.t.t.
  1. zou zoeven
  2. zou zoeven
  3. zou zoeven
  4. zouden zoeven
  5. zouden zoeven
  6. zouden zoeven
diversen
  1. zoef!
  2. zoeft!
  3. gezoefd
  4. zoevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zoëven:

zoëven bijvoeglijk naamwoord

  1. zoëven
    zoëven; juist
  2. zoëven
    zoëven; zonet; zojuist
  3. zoëven
    zoëven