Nederlands

Uitgebreide vertaling voor serie (Nederlands) in het Zweeds

serie:

serie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de serie (aaneenschakeling; keten; reeks; rij)
    kedja; rad; följd; sekvens
    • kedja [-en] zelfstandig naamwoord
    • rad [-en] zelfstandig naamwoord
    • följd [-en] zelfstandig naamwoord
    • sekvens [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de serie (cyclus; reeks)
    cyclus; förföljning
  3. de serie (reeks; aaneenschakeling; rij; keten)
    serie; räcka; följd
    • serie [-en] zelfstandig naamwoord
    • räcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • följd [-en] zelfstandig naamwoord
  4. de serie (reeks; aaneenschakeling)
    serie; sträng; kedja; sekvens
    • serie [-en] zelfstandig naamwoord
    • sträng [-en] zelfstandig naamwoord
    • kedja [-en] zelfstandig naamwoord
    • sekvens [-en] zelfstandig naamwoord
  5. de serie (reeks; cyclus)
    rad
    • rad [-en] zelfstandig naamwoord
  6. de serie
    familj; serie
    • familj [-en] zelfstandig naamwoord
    • serie [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor serie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cyclus cyclus; reeks; serie cyclus; tijdkring
familj serie familie; gezin; huisgezin
följd aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie aaneenschakeling; aaneenschakelingen; aanslag; afloop; effect; effecten; gevolgen; impact; opeenvolging; opeenvolgingen; reeksen; resultaat; sequens; sequentie; uitkomst; uitwerking
förföljning cyclus; reeks; serie
kedja aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; aaneenschakeling; boei; keten; ketting; kluister; samentrekking; samenvoeging; snoer
rad aaneenschakeling; cyclus; keten; reeks; rij; serie aaneenschakeling; aaneenschakelingen; colonne; file; gelid; opeenvolging; opeenvolgingen; opvolging; reeksen; regel; rij; rij manschappen; rijtje; roeitochtje; series; successie; vervolgdeel
räcka aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie aaneenschakeling; gelid; rij; samentrekking; samenvoeging
sekvens aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie aaneenschakeling; reeks; samentrekking; samenvoeging; sequens; sequentie
serie aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie aaneenschakeling; aaneenschakelingen; feuilleton; opeenvolging; opeenvolgingen; opvolging; reeksen; samentrekking; samenvoeging; successie; vervolgdeel; vervolgverhaal
sträng aaneenschakeling; reeks; serie kabeldraad; kabelgaren; snaar; tekenreeks
- reeks
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kedja binden; boeien; ketenen; kluisteren
räcka aanbieden; aangeven; aanreiken; genoeg zijn; geven; komen tot; reiken; toereikend zijn; voldoende zijn
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sträng gestreng; inspannend; niet toegevend; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; pittig; rigoureus; ruige; straf; streng; veeleisend

Verwante woorden van "serie":


Synoniemen voor "serie":


Verwante definities voor "serie":

  1. rij van dingen die op elkaar volgen1
    • hij heeft een serie artikelen geschreven1

Wiktionary: serie


Cross Translation:
FromToVia
serie följd; svit; serie series — a number of things that follow on one after the other
serie serie; följetong series — television or radio program



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor serie (Zweeds) in het Nederlands

serie:

serie [-en] zelfstandig naamwoord

  1. serie (sträng; kedja; sekvens)
    de reeks; de aaneenschakeling; de serie
  2. serie
    de feuilleton; het vervolgverhaal
  3. serie (räcka; följd)
    de reeks; de aaneenschakeling; de serie; de rij; de keten
    • reeks [de ~] zelfstandig naamwoord
    • aaneenschakeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • serie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • rij [de ~] zelfstandig naamwoord
    • keten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  4. serie (sekvens; räcka; kedja)
    de samenvoeging; de samentrekking; de aaneenschakeling
  5. serie (följd; rad; ordning)
    de opeenvolging; de aaneenschakeling
  6. serie (följd; rad)
    de opeenvolgingen; de aaneenschakelingen; de reeksen
  7. serie (ordningsföljd; rad)
    de opvolging; de successie
  8. serie (ordningsföljd; rad)
    het vervolgdeel
  9. serie (familj)
    de serie
    • serie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor serie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aaneenschakeling följd; kedja; ordning; rad; räcka; sekvens; serie; sträng följd; kedja; rad; sekvens
aaneenschakelingen följd; rad; serie
feuilleton serie
keten följd; räcka; serie affärskedja; följd; halsband; kedja; mera affärer; rad; sekvens; skjul
opeenvolging följd; ordning; rad; serie
opeenvolgingen följd; rad; serie
opvolging ordningsföljd; rad; serie
reeks följd; kedja; räcka; sekvens; serie; sträng cyclus; följd; förföljning; kedja; rad; sekvens
reeksen följd; rad; serie rad; serier
rij följd; räcka; serie fil; följd; kedja; led; rad; räcka; sekvens
samentrekking kedja; räcka; sekvens; serie kramp; skakning
samenvoeging kedja; räcka; sekvens; serie ackumulering; arrangemang; förbindelse; komposition; koppling; lägga till; montage; sammanfogning; sammanlagning; sammanställning; sammansvärjning; sammansättning; summa
serie familj; följd; kedja; räcka; sekvens; serie; sträng cyclus; följd; förföljning; kedja; rad; sekvens
successie ordningsföljd; rad; serie
vervolgdeel ordningsföljd; rad; serie
vervolgverhaal serie

Synoniemen voor "serie":


Wiktionary: serie


Cross Translation:
FromToVia
serie reeks; serie series — a number of things that follow on one after the other
serie reeks; serie series — television or radio program
serie reeks series — in analysis: sum of the terms of a sequence
serie stripboek strip — series of drawings, a comic strip

serie-:

serie- bijvoeglijk naamwoord

  1. serie-
    serieel

Vertaal Matrix voor serie-:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
serieel serie-

Verwante vertalingen van serie