Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aansprakelijkheid:
  2. aansprakelijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aansprakelijkheid (Nederlands) in het Zweeds

aansprakelijkheid:

aansprakelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aansprakelijkheid (verantwoordelijkheid)
    ansvar; benägenhet; svarande
  2. de aansprakelijkheid
    ansvar
    • ansvar [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. de aansprakelijkheid (passiva)
    skulder

Vertaal Matrix voor aansprakelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansvar aansprakelijkheid; verantwoordelijkheid verantwoording
benägenhet aansprakelijkheid; verantwoordelijkheid genegenheid; geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging
skulder aansprakelijkheid; passiva schulden
svarande aansprakelijkheid; verantwoordelijkheid aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; respondent; verdachte

Verwante woorden van "aansprakelijkheid":


Wiktionary: aansprakelijkheid

aansprakelijkheid
noun
  1. verantwoordelijkheid, vervolgbaarheid
    • aansprakelijkheidansvar

Cross Translation:
FromToVia
aansprakelijkheid skuld liability — debt
aansprakelijkheid ansvar HaftungRecht, nur Einzahl: die rechtliche Belangbarkeit

aansprakelijk:

aansprakelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. aansprakelijk (verantwoordelijk; gehouden)
    ansvarig; förpliktat; mottaglig; ansvarigt; skydligt; förpliktigad; mottagligt; benäget

Vertaal Matrix voor aansprakelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansvarig aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk toerekeningsvatbaar; verantwoordelijk
ansvarigt aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk toerekeningsvatbaar; verantwoordelijk
benäget aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk
förpliktat aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht
förpliktigad aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk
mottaglig aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk gevoelig; onbekrompen; teergevoelig; vatbaar
mottagligt aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk gevoelig; onbekrompen; teergevoelig; vatbaar
skydligt aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk

Verwante woorden van "aansprakelijk":


Wiktionary: aansprakelijk


Cross Translation:
FromToVia
aansprakelijk ansvarig responsible — answerable for an act performed or for its consequences
aansprakelijk stå till svars; för; ta; ansvar verantwortlich zeichnenAmtssprache, verantwortlich zeichnen für etwas: die übertragene Verantwortung ausübend seine Unterschrift unter etwas setzen
aansprakelijk ansvarig correspondant — Qui correspondre à quelque chose.