Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. adverteren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor adverteren (Nederlands) in het Zweeds

adverteren:

adverteren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. adverteren (advertentie; aankondiging; annonceren; annonce; annoncering)
    annons
    • annons [-en] zelfstandig naamwoord

adverteren werkwoord (adverteer, adverteert, adverteerde, adverteerden, geadverteerd)

  1. adverteren (werven; aantrekken)
    rekrytera
    • rekrytera werkwoord (rekryterar, rekryterade, rekryterat)
  2. adverteren (per advertentie aankondigen; annonceren)
    annonsera
    • annonsera werkwoord (annonserar, annonserade, annonserat)

Conjugations for adverteren:

o.t.t.
  1. adverteer
  2. adverteert
  3. adverteert
  4. adverteren
  5. adverteren
  6. adverteren
o.v.t.
  1. adverteerde
  2. adverteerde
  3. adverteerde
  4. adverteerden
  5. adverteerden
  6. adverteerden
v.t.t.
  1. heb geadverteerd
  2. hebt geadverteerd
  3. heeft geadverteerd
  4. hebben geadverteerd
  5. hebben geadverteerd
  6. hebben geadverteerd
v.v.t.
  1. had geadverteerd
  2. had geadverteerd
  3. had geadverteerd
  4. hadden geadverteerd
  5. hadden geadverteerd
  6. hadden geadverteerd
o.t.t.t.
  1. zal adverteren
  2. zult adverteren
  3. zal adverteren
  4. zullen adverteren
  5. zullen adverteren
  6. zullen adverteren
o.v.t.t.
  1. zou adverteren
  2. zou adverteren
  3. zou adverteren
  4. zouden adverteren
  5. zouden adverteren
  6. zouden adverteren
diversen
  1. adverteer!
  2. adverteert!
  3. geadverteerd
  4. adverterende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor adverteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annons aankondiging; advertentie; adverteren; annonce; annonceren; annoncering advertentie
annonsera aankondigen; bekendmaken; melden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annonsera adverteren; annonceren; per advertentie aanbieden; per advertentie aankondigen annonceren; een advertentie plaatsen; propaganda maken; reclame maken
rekrytera aantrekken; adverteren; werven aannemen; aantrekken; aanwerven; in dienst nemen; inhuren; rekruteren; ronselen; werven

Wiktionary: adverteren