Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. benard:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor benardheid (Nederlands) in het Zweeds

benard:

benard bijvoeglijk naamwoord

  1. benard (zorgwekkend; kritiek; hachelijk; )
    riskfyllt; farlig; farligt

Vertaal Matrix voor benard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
farligt giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
farlig benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend bedreigend; gevaarlijk; hachelijk; onveilig; risicodragend; risicovol; riskant
farligt benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; onveilig; risicodragend
riskfyllt benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend

Verwante woorden van "benard":

  • benardheid, benarder, benardere


Wiktionary: benardheid


Cross Translation:
FromToVia
benardheid spärrning; hinder; stockning; oreda; förvirring; svårighet; besvär; penningförlägenhet; förlägenhet embarras — Ce qui embarrasse ou résultat de l’action d’embarrasser.