Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bereik (Nederlands) in het Zweeds

bereik:

bereik [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bereik (reikwijdte; range; verspreidingsgebied; draagwijdte)
    räckvidd; område
  2. het bereik (bandbreedte)
    räckvidd
  3. het bereik
    område; intervall
  4. het bereik
  5. het bereik
    intervall
  6. het bereik
  7. het bereik
    område
    • område [-ett] zelfstandig naamwoord
  8. het bereik (zoekbereik)
    omfång; sökomfång

Vertaal Matrix voor bereik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intervall bereik interval; speelkwartier; toonafstand
omfång bereik; zoekbereik aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting; bereik met persoonlijke aanpassingen; gezwollenheid; levensduur; opgeblazenheid; opgezetheid; proportie; verhouding
område bereik; draagwijdte; range; reikwijdte; verspreidingsgebied ambtsgebied; bestuursgebied; buitenwijk; buurt; cacheregio; centrum; district; emplacement; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; handelswijk; klimaatgordel; luchtstreek; plein; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; regio; ressort; rijksgedeelte; scope; sectie; sector; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; streek; terrein; territorium; wijk; woonwijk; zone
räckvidd bandbreedte; bereik; draagwijdte; range; reikwijdte; verspreidingsgebied vliegbereik
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
datatäckning bereik
omfattning bereik
sökomfång bereik; zoekbereik

Wiktionary: bereik


Cross Translation:
FromToVia
bereik omfång LageMusik: Teil des Notenumfangs
bereik räckvidd range — maximum reach of capability
bereik värdemängd range — math: set of values of a function
bereik omfattning scope — breadth, depth or reach of a subject; a domain
bereik fack; fält; gebit; klass; krets; område; sfär sphere — region in which something or someone is active

bereiken:

bereiken werkwoord (bereik, bereikt, bereikte, bereikten, bereikt)

  1. bereiken (doordringen; penetreren in)
    • werkwoord (når, nådde, nått)

Conjugations for bereiken:

o.t.t.
  1. bereik
  2. bereikt
  3. bereikt
  4. bereiken
  5. bereiken
  6. bereiken
o.v.t.
  1. bereikte
  2. bereikte
  3. bereikte
  4. bereikten
  5. bereikten
  6. bereikten
v.t.t.
  1. heb bereikt
  2. hebt bereikt
  3. heeft bereikt
  4. hebben bereikt
  5. hebben bereikt
  6. hebben bereikt
v.v.t.
  1. had bereikt
  2. had bereikt
  3. had bereikt
  4. hadden bereikt
  5. hadden bereikt
  6. hadden bereikt
o.t.t.t.
  1. zal bereiken
  2. zult bereiken
  3. zal bereiken
  4. zullen bereiken
  5. zullen bereiken
  6. zullen bereiken
o.v.t.t.
  1. zou bereiken
  2. zou bereiken
  3. zou bereiken
  4. zouden bereiken
  5. zouden bereiken
  6. zouden bereiken
diversen
  1. bereik!
  2. bereikt!
  3. bereikt
  4. bereikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bereiken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bereiken; doordringen; penetreren in komen tot; reiken

Verwante definities voor "bereiken":

  1. contact met iemand krijgen1
    • hoe bereik ik de directeur?1
  2. een resultaat halen1
    • zo bereiken we dat iedereen meehelpt1
  3. op een plaats komen1
    • hoe bereik ik de Kanaalstraat?1

Wiktionary: bereiken


Cross Translation:
FromToVia
bereiken ta fram; göra åtkomlig access — to gain or obtain access to
bereiken åstadkomma; uppnå achieve — to carry out successfully; to accomplish
bereiken uppnå achieve — to obtain, or gain as the result of exertion
bereiken komma fram arrive — to get to a certain place
bereiken uppnå; hinna erreichen — zu einem Ziel gelangen; seine Wünsche durchsetzen
bereiken ; hinna fram till; hinna med; uppnå erreichen — zu jemandem oder zu etwas hingelangen
bereiken nå fram till; erreichen — eine Verbindung zu jemandem herstellen
bereiken uppnå erzielen — etwas anvisiert (Angestrebtes) erreichen
bereiken utmynna; sluta; föra; leda; öppna sig; suppurera aboutirtoucher par un bout.
bereiken ernå atteindretoucher de loin au moyen d’un projectile.
bereiken ; uppnå parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)