Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dal:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dal:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dal (Nederlands) in het Zweeds

dal:

dal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het dal (vallei)
    dal
    • dal [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het dal (bergdal)
    bergallé

Vertaal Matrix voor dal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bergallé bergdal; dal
dal dal; vallei

Verwante woorden van "dal":


Synoniemen voor "dal":


Antoniemen van "dal":


Verwante definities voor "dal":

  1. laag gebied tussen bergen of heuvels1
    • van de top van de berg keken we in het dal1

Wiktionary: dal


Cross Translation:
FromToVia
dal dal dale — valley
dal dal valley — elongated depression between hills or mountains



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor dal (Zweeds) in het Nederlands

dal:

dal [-en] zelfstandig naamwoord

  1. dal
    de vallei; het dal
    • vallei [de ~] zelfstandig naamwoord
    • dal [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dal dal bergallé
vallei dal

Synoniemen voor "dal":


Wiktionary: dal

dal
noun
  1. een laagte tussen bergen

Cross Translation:
FromToVia
dal dal; vallei dale — valley
dal vallei; dal valley — elongated depression between hills or mountains

Verwante vertalingen van dal