Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. deelnemen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor deelnemen (Nederlands) in het Zweeds

deelnemen:

deelnemen werkwoord (neem deel, neemt deel, nam deel, namen deel, deelgenomen)

  1. deelnemen (participeren; meedoen)
    deltaga; ta del; samarbeta
    • deltaga werkwoord (deltager, deltog, deltagit)
    • ta del werkwoord (tar del, tog del, tagit del)
    • samarbeta werkwoord (samarbetar, samarbetade, samarbetat)
  2. deelnemen
    anslut
  3. deelnemen
    ansluta
    • ansluta werkwoord (anslutar, anslutade, anslutat)

Conjugations for deelnemen:

o.t.t.
  1. neem deel
  2. neemt deel
  3. neemt deel
  4. nemen deel
  5. nemen deel
  6. nemen deel
o.v.t.
  1. nam deel
  2. nam deel
  3. nam deel
  4. namen deel
  5. namen deel
  6. namen deel
v.t.t.
  1. heb deelgenomen
  2. hebt deelgenomen
  3. heeft deelgenomen
  4. hebben deelgenomen
  5. hebben deelgenomen
  6. hebben deelgenomen
v.v.t.
  1. had deelgenomen
  2. had deelgenomen
  3. had deelgenomen
  4. hadden deelgenomen
  5. hadden deelgenomen
  6. hadden deelgenomen
o.t.t.t.
  1. zal deelnemen
  2. zult deelnemen
  3. zal deelnemen
  4. zullen deelnemen
  5. zullen deelnemen
  6. zullen deelnemen
o.v.t.t.
  1. zou deelnemen
  2. zou deelnemen
  3. zou deelnemen
  4. zouden deelnemen
  5. zouden deelnemen
  6. zouden deelnemen
diversen
  1. neem deel!
  2. neemt deel!
  3. deelgenomen
  4. deelnemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor deelnemen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deltaga deelname; deelneming; participatie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anslut deelnemen
ansluta deelnemen aanhaken; aankoppelen; aansluiten; bijvoegen; ineensluiten; vasthaken; vastkoppelen; verbinden; verbinding maken
deltaga deelnemen; meedoen; participeren
samarbeta deelnemen; meedoen; participeren coöpereren; meewerken; samenwerken
ta del deelnemen; meedoen; participeren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
samarbeta samenwerken

Synoniemen voor "deelnemen":


Verwante definities voor "deelnemen":

  1. samen met anderen iets doen1
    • wie hebben deelgenomen aan de actie?1

Wiktionary: deelnemen

deelnemen
verb
  1. meedoen, meevoelen

Cross Translation:
FromToVia
deelnemen delta partake — to take part in an activity
deelnemen delta; deltaga participate — to join in, to take part, to involve oneself
deelnemen delta; deltaga participerprendre part.