Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. elftal:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor elftal (Nederlands) in het Zweeds

elftal:

elftal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het elftal (elf)
    lag; elva i laget
  2. het elftal (voetbalelftal)
    fotbollslager

Vertaal Matrix voor elftal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elva i laget elf; elftal
fotbollslager elftal; voetbalelftal
lag elf; elftal equipe; partij; ploeg; team; wet

Verwante woorden van "elftal":

  • elftallen

Wiktionary: elftal


Cross Translation:
FromToVia
elftal manskap; lag MannschaftSport: Gruppe von Sportlern im gemeinsamen Wettstreit mit einer anderen Gruppe

Verwante vertalingen van elftal