Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gemeente:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemeente (Nederlands) in het Zweeds

gemeente:

gemeente [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gemeente
    samfund; grupp; gemenskap; brödraskap
  2. de gemeente
    kommun
    • kommun [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gemeente:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brödraskap gemeente alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
gemenskap gemeente burgers; gemeenschap; maatschappij; ommegang; samenleving
grupp gemeente aantal personen bijeen; blaaskapel; categorie; classificatie; community; distributiegroep; distributielijst; drom; factie; fanfare; fanfarekorps; gezelschap; groep; groep mensen; groepering; harmonie; horde; kapel; kernploeg; klasse; kudde; massa; muziekkorps; partij; ploeg; schaar; schare; suite; team; troep; werkgroep
kommun gemeente commune; leefeenheid; leefgemeenschap; wooneenheid; woongemeenschap; woongroep
samfund gemeente ambachtsgilde; bond; broederschap; club; georganiseerd gezelschap; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging

Verwante woorden van "gemeente":

  • gemeentes

Verwante definities voor "gemeente":

  1. gebied dat door burgemeester en wethouders wordt bestuurd1
    • Krommenie hoort bij de gemeente Zaandam1
  2. groep gelovigen van een kerk1
    • als de dominee binnenkomt, staat de gemeente op1

Wiktionary: gemeente

gemeente
noun
  1. bestuurlijke eenheid
  2. gezamenlijke gelovigen

Cross Translation:
FromToVia
gemeente kommun municipality — a district with a government that typically encloses no other governed distrcits
gemeente stad; tätort town — settlement
gemeente kommun Gemeinde — gesellschaftliches Gebilde: Gemeinschaft mit höherem Organisationsgrad;
gemeente gemenskap; kommun communedivision du territoire français (ou d'autres pays, notamment francophones) administrer par un maire et un conseil municipal.
gemeente prästgård; socken paroissedivision ecclésiastique où s’exercer le ministère d’un curé.