Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hindernis:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hindernis (Nederlands) in het Zweeds

hindernis:

hindernis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de hindernis (hinderpaal)
    barriär
  2. de hindernis (obstakel; belemmering; beletsel; klip)
    hinder
    • hinder [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. de hindernis (barrageopstakels)
    spärr hinder

Vertaal Matrix voor hindernis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barriär hindernis; hinderpaal afgrendeling; afsluitboom; dam; dijk; dranghek; slagboom; sluitboom
hinder belemmering; beletsel; hindernis; klip; obstakel afhouden; belemmering; beletten; bemoeilijking; bobbel; breidel; hinder; hobbel; obstructie; oneffenheid; ongelijkheid; overlast; struikelblok; verhinderd zijn; verhindering; weerhouden
spärr hinder barrageopstakels; hindernis

Verwante woorden van "hindernis":

  • hindernissen

Wiktionary: hindernis


Cross Translation:
FromToVia
hindernis hinder impediment — hindrance; that which impedes progress
hindernis svårighet; motstånd; hinder HemmnisErschwernis, Hindernis
hindernis hinder Hindernis — ein Gegenstand, der das Weiterkommen verhindern oder behindern
hindernis hinder Hindernisim übertragenen Sinne: eine Tatsache, die eine Entwicklung verhindert oder behindert
hindernis hinder HindernisSport: durch Springen zu überwindende Konstruktion, zum Beispiel beim Hindernislauf oder beim Springreiten oder Vielseitigkeitsreiten
hindernis nackdel inconvénient — Ce qui survenir de fâcheux dans une affaire, ce qui résulter de fâcheux d’un parti qu’on prend.