Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ketting:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ketting (Nederlands) in het Zweeds

ketting:

ketting [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de ketting (aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; keten; boei; kluister)
    kedja
    • kedja [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de ketting (halssnoer; halsketting; kettinkje)
    halsband; halskedja
  3. de ketting (halssieraad; keten)
    halsband

Vertaal Matrix voor ketting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halsband halsketting; halssieraad; halssnoer; keten; ketting; kettinkje collier; halsband; leiband
halskedja halsketting; halssnoer; ketting; kettinkje
kedja aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; aaneenschakeling; boei; keten; ketting; kluister; snoer aaneenschakeling; keten; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kedja binden; boeien; ketenen; kluisteren

Verwante woorden van "ketting":

  • kettingen

Verwante definities voor "ketting":

  1. rij van dezelfde dingen aan elkaar1
    • ze droeg een ketting van echte parels1

Wiktionary: ketting


Cross Translation:
FromToVia
ketting kedja chain — series of interconnected rings or links
ketting halsband necklace — jewelry
ketting halsband; halssmycke Halskette — Schmuckstück, das um den Hals getragen wird und in der Regel ein kunsthandwerkliches Produkt ist
ketting halsband; halskedja KetteSchmuckstück aus [1]
ketting kedja KetteReihe aus beweglich, ineinandergefügten Glied