Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ons:
  2. tot zich nemen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ons (Nederlands) in het Zweeds

ons:

ons bijvoeglijk naamwoord

  1. ons (onzerzijds)
    för vår del

ons [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ons (honderd gram)
    hekto; hektogram
    • hekto [-ett] zelfstandig naamwoord
    • hektogram [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ons:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hekto honderd gram; ons hectogram
hektogram honderd gram; ons hectogram
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
för vår del ons; onzerzijds

Verwante woorden van "ons":

  • onsen

Verwante definities voor "ons":

  1. 100 gram1
    • ik kocht een ons snoepjes1
  2. bezittelijk: het is van mij en van die ander(en)1
    • dit is ons huis1
  3. eerste persoon meervoud, object1
    • wie helpt ons?1

Wiktionary: ons


Cross Translation:
FromToVia
ons uns Unze — Gewichtseinheit
ons vår unser — Form des Possessivpronomens „unser, uns[e]re, unser“: Zeigt den Besitz, das Eigentum oder die Zugehörigkeit einer Person beziehungsweise Sache zu einer Gruppe an, der der Sprecher angehört
ons uns ounce — 28.3495 g
ons vår our — belonging to us
ons oss us — objective case of "we"

tot zich nemen:

tot zich nemen werkwoord (neem mij tot zich, neemt je tot zich, neemt zich tot zich, zich, je, zich tot zich genomen)

  1. tot zich nemen (verorberen; consumeren; vreten; )
    förbruka; konsumera
    • förbruka werkwoord (förbrukar, förbrukade, förbrukat)
    • konsumera werkwoord (konsumerar, konsumerade, konsumerat)
  2. tot zich nemen (nuttigen; eten; consumeren; )
    få något att äta
    • få något att äta werkwoord (får något att äta, fick något att äta, fått något att äta)

Conjugations for tot zich nemen:

o.t.t.
  1. neem mij tot zich
  2. neemt je tot zich
  3. neemt zich tot zich
  4. nemen ons tot zich
  5. nemen ons tot zich
  6. nemen ons tot zich
o.v.t.
  1. me
  2. je
  3. zich
  4. ons
  5. je
  6. zich
v.t.t.
  1. ben mij tot zich genomen
  2. bent je tot zich genomen
  3. is zich tot zich genomen
  4. zijn ons tot zich genomen
  5. zijn je tot zich genomen
  6. zijn zich tot zich genomen
v.v.t.
  1. was mij tot zich genomen
  2. was je tot zich genomen
  3. was zich tot zich genomen
  4. waren ons tot zich genomen
  5. waren je tot zich genomen
  6. waren zich tot zich genomen
o.t.t.t.
  1. zal mij zich nemen
  2. zult je zich nemen
  3. zal zich zich nemen
  4. zullen ons zich nemen
  5. zullen je zich nemen
  6. zullen zich zich nemen
o.v.t.t.
  1. zou mij zich nemen
  2. zou je zich nemen
  3. zou zich zich nemen
  4. zouden ons zich nemen
  5. zouden je zich nemen
  6. zouden zich zich nemen
diversen
  1. neem je tot zich!
  2. neemt u tot zich!
  3. tot zich genomen
  4. tot zich nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor tot zich nemen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
få något att äta consumeren; eten; gebruiken; nuttigen; opeten; oppeuzelen; tot zich nemen; verorberen
förbruka bikken; bunkeren; consumeren; eten; naar binnen werken; nuttigen; opeten; schransen; schrokken; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; vreten; zitten proppen doorjagen; opmaken; verbruiken; verdoen; verspillen; wegslijten
konsumera bikken; bunkeren; consumeren; eten; naar binnen werken; nuttigen; opeten; schransen; schrokken; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; vreten; zitten proppen consumeren; gebruiken; opeten; opvreten; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verteren; vreten

Verwante vertalingen van ons