Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. reguleren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reguleren (Nederlands) in het Zweeds

reguleren:

reguleren werkwoord (reguleer, reguleert, reguleerde, reguleerden, gereguleerd)

  1. reguleren
    reglera; normera; avpassa
    • reglera werkwoord (reglerar, reglerade, reglerat)
    • normera werkwoord (normerar, normerade, normerat)
    • avpassa werkwoord (avpassar, avpassade, avpassat)

Conjugations for reguleren:

o.t.t.
  1. reguleer
  2. reguleert
  3. reguleert
  4. reguleren
  5. reguleren
  6. reguleren
o.v.t.
  1. reguleerde
  2. reguleerde
  3. reguleerde
  4. reguleerden
  5. reguleerden
  6. reguleerden
v.t.t.
  1. heb gereguleerd
  2. hebt gereguleerd
  3. heeft gereguleerd
  4. hebben gereguleerd
  5. hebben gereguleerd
  6. hebben gereguleerd
v.v.t.
  1. had gereguleerd
  2. had gereguleerd
  3. had gereguleerd
  4. hadden gereguleerd
  5. hadden gereguleerd
  6. hadden gereguleerd
o.t.t.t.
  1. zal reguleren
  2. zult reguleren
  3. zal reguleren
  4. zullen reguleren
  5. zullen reguleren
  6. zullen reguleren
o.v.t.t.
  1. zou reguleren
  2. zou reguleren
  3. zou reguleren
  4. zouden reguleren
  5. zouden reguleren
  6. zouden reguleren
diversen
  1. reguleer!
  2. reguleert!
  3. gereguleerd
  4. regulerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor reguleren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avpassa reguleren
normera reguleren norm bepalen
reglera reguleren regelen; reglementeren; schikken

Wiktionary: reguleren


Cross Translation:
FromToVia
reguleren inreda réglertirer avec la règle des lignes droites sur du papier, du parchemin, du carton, etc. cf|papier réglé.