Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. toewijzen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toewijzen (Nederlands) in het Zweeds

toewijzen:

toewijzen werkwoord (wijs toe, wijst toe, wees toe, wezen toe, toegewezen)

  1. toewijzen (toebedelen; toekennen; gunnen; iets toekennen)
    tilldela
    • tilldela werkwoord (tilldelar, tilldelade, tilldelat)
  2. toewijzen
    allokera
  3. toewijzen
    mappa

Conjugations for toewijzen:

o.t.t.
  1. wijs toe
  2. wijst toe
  3. wijst toe
  4. wijzen toe
  5. wijzen toe
  6. wijzen toe
o.v.t.
  1. wees toe
  2. wees toe
  3. wees toe
  4. wezen toe
  5. wezen toe
  6. wezen toe
v.t.t.
  1. heb toegewezen
  2. hebt toegewezen
  3. heeft toegewezen
  4. hebben toegewezen
  5. hebben toegewezen
  6. hebben toegewezen
v.v.t.
  1. had toegewezen
  2. had toegewezen
  3. had toegewezen
  4. hadden toegewezen
  5. hadden toegewezen
  6. hadden toegewezen
o.t.t.t.
  1. zal toewijzen
  2. zult toewijzen
  3. zal toewijzen
  4. zullen toewijzen
  5. zullen toewijzen
  6. zullen toewijzen
o.v.t.t.
  1. zou toewijzen
  2. zou toewijzen
  3. zou toewijzen
  4. zouden toewijzen
  5. zouden toewijzen
  6. zouden toewijzen
en verder
  1. ben toegewezen
  2. bent toegewezen
  3. is toegewezen
  4. zijn toegewezen
  5. zijn toegewezen
  6. zijn toegewezen
diversen
  1. wijs toe!
  2. wijst toe!
  3. toegewezen
  4. toewijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor toewijzen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allokera toewijzen
mappa toewijzen
tilldela gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen delegeren; geneesmiddel toedienen; geven; herverkavelen; ingeven; overdragen; plaats toekennen; plaatsen; toebrengen; toedienen; verstrekken
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
tilldela toewijzen

Verwante definities voor "toewijzen":

  1. bepalen dat zij het krijgt1
    • het kind werd aan de moeder toegewezen1

Wiktionary: toewijzen


Cross Translation:
FromToVia
toewijzen besätta; rollbesätta cast — to assign a role in a play or performance
toewijzen presentera; överlämna present — give (someone) as gift or award
toewijzen anvisa; angiva; bestämma; stämma assignerdéterminer, faire connaître.