Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tree:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tree (Nederlands) in het Zweeds

tree:

tree [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tree (traptrede; trede)
    steg
    • steg [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tree:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
steg traptrede; trede; tree autoped; avance; loopvlak; pas; passen; schrede; schreden; stap; stappen; step; toenadering; tred; treden; voetstappen

Verwante woorden van "tree":

  • trees, treetje, treetjes

Wiktionary: tree

tree
noun
  1. opstapje dat deel uitmaakt van een trap