Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aandrijven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aandrijven (Nederlands) in het Zweeds

aandrijven:

aandrijven werkwoord (drijf aan, drijft aan, dreef aan, dreven aan, aangedreven)

  1. aandrijven (opwekken; aansporen; stimuleren; prikkelen; opkrikken)
    driva på
    • driva på werkwoord (driver på, drev på, drivit på)
  2. aandrijven (aanspoelen)
    ilandspola
    • ilandspola werkwoord (ilandspolar, ilandspolade, ilandspolat)

Conjugations for aandrijven:

o.t.t.
  1. drijf aan
  2. drijft aan
  3. drijft aan
  4. drijven aan
  5. drijven aan
  6. drijven aan
o.v.t.
  1. dreef aan
  2. dreef aan
  3. dreef aan
  4. dreven aan
  5. dreven aan
  6. dreven aan
v.t.t.
  1. ben aangedreven
  2. bent aangedreven
  3. is aangedreven
  4. zijn aangedreven
  5. zijn aangedreven
  6. zijn aangedreven
v.v.t.
  1. was aangedreven
  2. was aangedreven
  3. was aangedreven
  4. waren aangedreven
  5. waren aangedreven
  6. waren aangedreven
o.t.t.t.
  1. zal aandrijven
  2. zult aandrijven
  3. zal aandrijven
  4. zullen aandrijven
  5. zullen aandrijven
  6. zullen aandrijven
o.v.t.t.
  1. zou aandrijven
  2. zou aandrijven
  3. zou aandrijven
  4. zouden aandrijven
  5. zouden aandrijven
  6. zouden aandrijven
en verder
  1. heb aangedreven
  2. hebt aangedreven
  3. heeft aangedreven
  4. hebben aangedreven
  5. hebben aangedrevcen
  6. hebben aangedreven
diversen
  1. drijf aan!
  2. drijft aan!
  3. aangedreven
  4. aandrijvende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aandrijven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aandrijven (aanspoelen; stranden)
    spola i land
  2. aandrijven (voortstuwen; aanjagen)
    framåt drivande

Vertaal Matrix voor aandrijven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
framåt drivande aandrijven; aanjagen; voortstuwen
spola i land aandrijven; aanspoelen; stranden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
driva på aandrijven; aansporen; opkrikken; opwekken; prikkelen; stimuleren aanzetten; aanzetten tot; instigeren; opzwepen; provoceren; sterk prikkelen
ilandspola aandrijven; aanspoelen

Verwante definities voor "aandrijven":

  1. in beweging brengen1
    • de machine wordt aangedreven door een motor1

Wiktionary: aandrijven


Cross Translation:
FromToVia
aandrijven driva; köra drive — cause a mechanism to operate
aandrijven sätta i gång; driva actionnermettre en mouvement une machine, un appareil, etc.
aandrijven driva; fösa pourchasserpoursuivre ou rechercher avec obstination, avec ardeur.
aandrijven puffa; stöta; driva; fösa pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place.