Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanduiding:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanduiding (Nederlands) in het Zweeds

aanduiding:

aanduiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aanduiding (benaming; benoeming)
    namn; benämning; titel
    • namn [-ett] zelfstandig naamwoord
    • benämning [-en] zelfstandig naamwoord
    • titel [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de aanduiding (aanwijzing)
    indikation; tecken
  3. de aanduiding (identificatie; id)

Vertaal Matrix voor aanduiding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benämning aanduiding; benaming; benoeming naam; term
indikation aanduiding; aanwijzing aanwijzing; indicatie; spoor; symptoom; teken
namn aanduiding; benaming; benoeming naam; reputaties; term
tecken aanduiding; aanwijzing aantekening; aanwijzing; gebaar; geschreven letter; geste; indicatie; notitie; ordeteken; sein; symptoom; teken; wenk
titel aanduiding; benaming; benoeming boektitel; titel
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
identifierare aanduiding; id; identificatie

Wiktionary: aanduiding


Cross Translation:
FromToVia
aanduiding märke mark — indication for reference or measurement