Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aaneenschakelingen:
  2. aaneenschakeling:
  3. Wiktionary:
    • aaneenschakeling → kedja


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aaneenschakelingen (Nederlands) in het Zweeds

aaneenschakelingen:

aaneenschakelingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de aaneenschakelingen (opeenvolgingen; reeksen)
    följd; rad; serie
    • följd [-en] zelfstandig naamwoord
    • rad [-en] zelfstandig naamwoord
    • serie [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aaneenschakelingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
följd aaneenschakelingen; opeenvolgingen; reeksen aaneenschakeling; aanslag; afloop; effect; effecten; gevolgen; impact; keten; opeenvolging; reeks; resultaat; rij; sequens; sequentie; serie; uitkomst; uitwerking
rad aaneenschakelingen; opeenvolgingen; reeksen aaneenschakeling; colonne; cyclus; file; gelid; keten; opeenvolging; opvolging; reeks; reeksen; regel; rij; rij manschappen; rijtje; roeitochtje; serie; series; successie; vervolgdeel
serie aaneenschakelingen; opeenvolgingen; reeksen aaneenschakeling; feuilleton; keten; opeenvolging; opvolging; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie; successie; vervolgdeel; vervolgverhaal

Verwante woorden van "aaneenschakelingen":


aaneenschakeling:

aaneenschakeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aaneenschakeling (keten; reeks; serie; rij)
    kedja; rad; följd; sekvens
    • kedja [-en] zelfstandig naamwoord
    • rad [-en] zelfstandig naamwoord
    • följd [-en] zelfstandig naamwoord
    • sekvens [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de aaneenschakeling (serie; reeks)
    serie; sträng; kedja; sekvens
    • serie [-en] zelfstandig naamwoord
    • sträng [-en] zelfstandig naamwoord
    • kedja [-en] zelfstandig naamwoord
    • sekvens [-en] zelfstandig naamwoord
  3. de aaneenschakeling (ketting; keten; snoer)
    kedja
    • kedja [-en] zelfstandig naamwoord
  4. de aaneenschakeling (reeks; serie; rij; keten)
    serie; räcka; följd
    • serie [-en] zelfstandig naamwoord
    • räcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • följd [-en] zelfstandig naamwoord
  5. de aaneenschakeling (opeenvolging)
    rad; serie; ordning; följd
    • rad [-en] zelfstandig naamwoord
    • serie [-en] zelfstandig naamwoord
    • ordning [-en] zelfstandig naamwoord
    • följd [-en] zelfstandig naamwoord
  6. de aaneenschakeling (samenvoeging; samentrekking)
    räcka; kedja; sekvens; serie
    • räcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • kedja [-en] zelfstandig naamwoord
    • sekvens [-en] zelfstandig naamwoord
    • serie [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aaneenschakeling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
följd aaneenschakeling; keten; opeenvolging; reeks; rij; serie aaneenschakelingen; aanslag; afloop; effect; effecten; gevolgen; impact; opeenvolgingen; reeksen; resultaat; sequens; sequentie; uitkomst; uitwerking
kedja aaneenschakeling; keten; ketting; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie; snoer aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketting; kluister
ordning aaneenschakeling; opeenvolging bestel; discipline; dwang; gehoorzaamheid; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; onderwerping; orde; ordelijkheid; samenstel; tucht
rad aaneenschakeling; keten; opeenvolging; reeks; rij; serie aaneenschakelingen; colonne; cyclus; file; gelid; opeenvolgingen; opvolging; reeks; reeksen; regel; rij; rij manschappen; rijtje; roeitochtje; serie; series; successie; vervolgdeel
räcka aaneenschakeling; keten; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie gelid; rij
sekvens aaneenschakeling; keten; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie reeks; sequens; sequentie
serie aaneenschakeling; keten; opeenvolging; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie aaneenschakelingen; feuilleton; opeenvolgingen; opvolging; reeksen; serie; successie; vervolgdeel; vervolgverhaal
sträng aaneenschakeling; reeks; serie kabeldraad; kabelgaren; snaar; tekenreeks
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kedja binden; boeien; ketenen; kluisteren
räcka aanbieden; aangeven; aanreiken; genoeg zijn; geven; komen tot; reiken; toereikend zijn; voldoende zijn
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sträng gestreng; inspannend; niet toegevend; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; pittig; rigoureus; ruige; straf; streng; veeleisend

Verwante woorden van "aaneenschakeling":


Wiktionary: aaneenschakeling


Cross Translation:
FromToVia
aaneenschakeling kedja chain — series of interconnected things