Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanhouden op:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanhouden op (Nederlands) in het Zweeds

aanhouden op:

aanhouden op werkwoord (houd aan op, houdt aan op, hield aan op, hielden aan op, aangehouden op)

  1. aanhouden op (afstevenen op; aansturen op; afvaren op; afstomen op)
    bege sig till; gå mot; styra kors mot
    • bege sig till werkwoord (beger sig till, begav sig till, begivit sig till)
    • gå mot werkwoord (går mot, gick mot, gått mot)
    • styra kors mot werkwoord (styr kors mot, styrde kors mot, styrt kors mot)

Conjugations for aanhouden op:

o.t.t.
  1. houd aan op
  2. houdt aan op
  3. houdt aan op
  4. houden aan op
  5. houden aan op
  6. houden aan op
o.v.t.
  1. hield aan op
  2. hield aan op
  3. hield aan op
  4. hielden aan op
  5. hielden aan op
  6. hielden aan op
v.t.t.
  1. ben aangehouden op
  2. bent aangehouden op
  3. is aangehouden op
  4. zijn aangehouden op
  5. zijn aangehouden op
  6. zijn aangehouden op
v.v.t.
  1. was aangehouden op
  2. was aangehouden op
  3. was aangehouden op
  4. waren aangehouden op
  5. waren aangehouden op
  6. waren aangehouden op
o.t.t.t.
  1. zal aanhouden op
  2. zult aanhouden op
  3. zal aanhouden op
  4. zullen aanhouden op
  5. zullen aanhouden op
  6. zullen aanhouden op
o.v.t.t.
  1. zou aanhouden op
  2. zou aanhouden op
  3. zou aanhouden op
  4. zouden aanhouden op
  5. zouden aanhouden op
  6. zouden aanhouden op
diversen
  1. houd aan op!
  2. houdt aan op!
  3. aangehouden op
  4. aanhoudende op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aanhouden op:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bege sig till aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op
gå mot aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op
styra kors mot aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op

Verwante vertalingen van aanhouden op