Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanstelling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanstelling (Nederlands) in het Zweeds

aanstelling:

aanstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aanstelling (installatie; benoeming)
    jobb; anställning; utnämning

Vertaal Matrix voor aanstelling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anställning aanstelling; benoeming; installatie ambt; betrekking; functie; huren van persoon; inhuren; omstandigheden; omstandigheid; situatie; taakverschaffing; tewerkstelling; toestand; werkgelegenheid; werkverschaffing
jobb aanstelling; benoeming; installatie aanvraag; ambacht; ambt; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; beroep; betrekking; bezigheid; contract; dienstbetrekking; functie; inspanning; job; karwei; karweitje; klusje; positie; professie; taak; vak; werk; werkzaamheid
utnämning aanstelling; benoeming; installatie nominatie; voordracht

Wiktionary: aanstelling


Cross Translation:
FromToVia
aanstelling ställning; position positionsituation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation.