Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanwensel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanwensel (Nederlands) in het Zweeds

aanwensel:

aanwensel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het aanwensel (tic; rarigheid)
    hyffs
    • hyffs zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aanwensel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hyffs aanwensel; rarigheid; tic

Verwante woorden van "aanwensel":

  • aanwensels