Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. accoord:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor accoord (Nederlands) in het Zweeds

accoord:

accoord [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. accoord (goedkeuring; toestemming)
    samtycke; medgivande

accoord bijvoeglijk naamwoord

  1. accoord (goedgekeurd; aanvaard; geaccepteerd; aangenomen)
    accepterat; accepterad

Vertaal Matrix voor accoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
medgivande accoord; goedkeuring; toestemming believen; goeddunken
samtycke accoord; goedkeuring; toestemming dienstbaarheid; dienstvaardigheid; eensgezindheid; eenstemmigheid; gedienstigheid; jawoord; unanimiteit; welbevinden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accepterad aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd
accepterat aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd gedoogd; toegelaten

Wiktionary: accoord


Cross Translation:
FromToVia
accoord överens; enig einig — einer, derselben, der gleichen Meinung, übereinstimmend, einvernehmlich