Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. achtbaarheid:
  2. achtbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor achtbaarheid (Nederlands) in het Zweeds

achtbaarheid:

achtbaarheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. achtbaarheid (prestige; status; aanzien)
    status; anseende; prestige
    • status [-en] zelfstandig naamwoord
    • anseende [-ett] zelfstandig naamwoord
    • prestige [-en] zelfstandig naamwoord
  2. achtbaarheid (achtenswaardigheid)
    aktningsvärdig

Vertaal Matrix voor achtbaarheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aktningsvärdig achtbaarheid; achtenswaardigheid eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gepastheid; keurigheid; kiesheid; netheid
anseende aanzien; achtbaarheid; prestige; status aangezicht; aanzien; achting; faam; gelaat; gezicht; naam; niveau; reputatie; roep
prestige aanzien; achtbaarheid; prestige; status
status aanzien; achtbaarheid; prestige; status beschikbaarheid; betalingsstatus; goedkeuringsstatus; online status; recordstatus; status

Verwante woorden van "achtbaarheid":


achtbaarheid vorm van achtbaar:

achtbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. achtbaar (eerbiedwaardig; achtenswaardig)
    hedervärd; hedervärt

Vertaal Matrix voor achtbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hedervärd achtbaar; achtenswaardig; eerbiedwaardig braaf; eerlijk; eervol; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig
hedervärt achtbaar; achtenswaardig; eerbiedwaardig eervol; honorabel

Verwante woorden van "achtbaar":