Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afsluiter:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afsluiter (Nederlands) in het Zweeds

afsluiter:

afsluiter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de afsluiter
    krampa; hållhake

Vertaal Matrix voor afsluiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hållhake afsluiter
krampa afsluiter inklinking; inklinking van bout; klink; krammetje; lijmtang