Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aftroeven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aftroeven (Nederlands) in het Zweeds

aftroeven:

aftroeven werkwoord (troef af, troeft af, troefde af, troefden af, afgetroefd)

  1. aftroeven (overtroeven)
    sticka
    • sticka werkwoord (sticker, stack, stuckit)

Conjugations for aftroeven:

o.t.t.
  1. troef af
  2. troeft af
  3. troeft af
  4. troeven af
  5. troeven af
  6. troeven af
o.v.t.
  1. troefde af
  2. troefde af
  3. troefde af
  4. troefden af
  5. troefden af
  6. troefden af
v.t.t.
  1. heb afgetroefd
  2. hebt afgetroefd
  3. heeft afgetroefd
  4. hebben afgetroefd
  5. hebben afgetroefd
  6. hebben afgetroefd
v.v.t.
  1. had afgetroefd
  2. had afgetroefd
  3. had afgetroefd
  4. hadden afgetroefd
  5. hadden afgetroefd
  6. hadden afgetroefd
o.t.t.t.
  1. zal aftroeven
  2. zult aftroeven
  3. zal aftroeven
  4. zullen aftroeven
  5. zullen aftroeven
  6. zullen aftroeven
o.v.t.t.
  1. zou aftroeven
  2. zou aftroeven
  3. zou aftroeven
  4. zouden aftroeven
  5. zouden aftroeven
  6. zouden aftroeven
diversen
  1. troef af!
  2. troeft af!
  3. afgetroefd
  4. aftroevende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aftroeven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aftroeven (overtroeven)
    överträffande

Vertaal Matrix voor aftroeven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
överträffande aftroeven; overtroeven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sticka aftroeven; overtroeven breien; doorprikken; een por geven; klitten; openprikken; opkrassen; porren; prikken; prikken in; samenplakken; steken; steken geven; stoten; voorsnijden

Wiktionary: aftroeven


Cross Translation:
FromToVia
aftroeven mörbulta pummel — To hit or strike heavily and repeatedly