Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afwikkelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afwikkelen (Nederlands) in het Zweeds

afwikkelen:

afwikkelen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afwikkelen (zaakafwikkeling)
    avveckla; göra upp en sak

Vertaal Matrix voor afwikkelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avveckla afwikkelen; zaakafwikkeling
göra upp en sak afwikkelen; zaakafwikkeling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avveckla haspelen; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden

Wiktionary: afwikkelen


Cross Translation:
FromToVia
afwikkelen förklara; utlägga développerdégager une chose de ce qui l’envelopper.
afwikkelen förklara; utlägga expliquerrendre clair.
afwikkelen arbeställa; utplåna supprimer — Traductions à trier suivant le sens
afwikkelen förstora étendre — Traductions à trier suivant le sens