Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afzwakking:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afzwakking (Nederlands) in het Zweeds

afzwakking:

afzwakking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de afzwakking (vermindering)
    nedgång; minskande; avtagande

Vertaal Matrix voor afzwakking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avtagande afzwakking; vermindering achteruitgang; afname; daling; korten; krimpen; minder worden; minderen; ontnemen; sluiereffect; terugloop; val; verval
minskande afzwakking; vermindering korten; krimpen; minderen
nedgång afzwakking; vermindering afname; afnames; afrotten; daling; decadentie; minder worden; terugloop; val; verval; vervallingen; verwording
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avtagande achteruitgaand; afnemend; minderend; slinkend; tanend; verminderend; vervallend; zwemend
minskande achteruitgaand; afnemend; dalend; vervallend