Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aggregaat:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aggregaat (Nederlands) in het Zweeds

aggregaat:

aggregaat [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het aggregaat
    aggregat; summa; samling
    • aggregat [-ett] zelfstandig naamwoord
    • summa [-en] zelfstandig naamwoord
    • samling [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aggregaat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aggregat aggregaat
samling aggregaat bijeenkomst; collecte; combinatie; cumulatie; inwinnen; inzameling; manifestatie; samenkomst; schifting; selectie; vergadering; verzameling; zitting
summa aggregaat bedrag; geldsom; optelling; optelsom; rekenopgave; rekensom; samentelling; samenvoeging; som; somma

Verwante woorden van "aggregaat":

  • aggregaten