Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. avonturieren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor avonturieren (Nederlands) in het Zweeds

avonturieren:

avonturieren werkwoord

  1. avonturieren
    våga; riskera; ge sig i kast med
    • våga werkwoord (vågar, vågade, vågat)
    • riskera werkwoord (riskerar, riskerade, riskerat)
    • ge sig i kast med werkwoord (ger sig i kast med, gav sig i kast med, givit sig i kast med)

Vertaal Matrix voor avonturieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
våga durven; wagen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ge sig i kast med avonturieren
riskera avonturieren avonturen; durven; een gok wagen; gokken; inzetten; riskeren; speelgeld inzetten; wagen
våga avonturieren aandurven; avonturen; durven; inzetten; riskeren; speelgeld inzetten; wagen