Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. baasje:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor baasje (Nederlands) in het Zweeds

baasje:

baasje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het baasje (klein kereltje)
    kille; gosse; liten pojke

Vertaal Matrix voor baasje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gosse baasje; klein kereltje gezel; hartsvriendin; jonge knaap; jongeling; jongeman; kameraadje; maatje; snuiter; vriendin
kille baasje; klein kereltje goser; gozer; joch; kerel; knakker; knul; snuiter; vent
liten pojke baasje; klein kereltje

Verwante woorden van "baasje":

  • baasjes