Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bakeren:
  2. baker:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bakeren (Nederlands) in het Zweeds

bakeren:

bakeren werkwoord

  1. bakeren
    linda
    • linda werkwoord (lindar, lindade, lindat)

Vertaal Matrix voor bakeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
linda bakeren opslobberen; slobberen

Verwante woorden van "bakeren":


baker:

baker [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de baker
    sjuksköterska; vårdare; amma; vårdarinna

Vertaal Matrix voor baker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amma baker min; zoogmoeder
sjuksköterska baker verpleegkundige; ziekenverpleegster; ziekenverpleger
vårdare baker poortwachter; verzorgster
vårdarinna baker
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amma borstvoeding geven; de borst geven; een baby zogen; zogen

Verwante woorden van "baker":