Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal bekken

Vertaal bekken van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

bekken:
- skål; bassäng; fat; handfat; höftleden
- mular; nosar; näbbar
bek:
- gap; käft; mun; näbb
Wiktionary:
- bekken → bäcken, pool, bassäng, damm, skål
- bek → näbb, käft, mun, snabel, grop, avgrund, bottenlöst hål, gap

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bekken (Nederlands) in het Zweeds

bekken:

bekken [het ~] zelfstandig naamwoord

het bekken (waterbekken; bassin)
skål; bassäng; fat; handfat
- skål [-en] zelfstandig naamwoord
- bassäng [-en] zelfstandig naamwoord
- fat [-ett] zelfstandig naamwoord
- handfat [-ett] zelfstandig naamwoord
het bekken (heupgewricht)
höftleden
- höftleden zelfstandig naamwoord

bekken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de bekken (muilen)
mular; nosar
- mular zelfstandig naamwoord
- nosar zelfstandig naamwoord
de bekken (meervoud van bek)
näbbar
- näbbar zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bekken:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bassäng	bassin; bekken; waterbekken	stroomgebied
fat	bassin; bekken; waterbekken	bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; theeschoteltje; ton; vat
handfat	bassin; bekken; waterbekken	aanrecht; gootsteen; gootstenen; spoelvat; stroomgebied; waskom
höftleden	bekken; heupgewricht
mular	bekken; muilen
nosar	bekken; muilen
näbbar	bekken; meervoud van bek	klepels; snavels; vogelbekken
skål	bassin; bekken; waterbekken	beker; bokaal; bowl; cup; geklink; ovenschaal; schaal; teiltje

Verwante woorden van "bekken":

bekkens, bekkentje, bekkentjes, bek

Verwante definities voor "bekken":

gedeelte van je lichaam tussen je heupen¹
- haar bekken is niet ruim genoeg om een kind te baren¹

Wiktionary: bekken

Cross Translation:

From	To	Via
• bekken	→ bäcken	↔ pelvis — bone
• bekken	→ pool; bassäng; damm	↔ pool — body of water
• bekken	→ bäcken	↔ bassin — Grande cavité osseuse qui forme la base du tronc et sert de point d’attache aux membres inférieurs.
• bekken	→ skål; bassäng	↔ bol — coupe hémisphérique

bekken vorm van bek:

bek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de bek (smoel; muil; waffel; smoelwerk)
gap; käft; mun; näbb
- gap [-ett] zelfstandig naamwoord
- käft [-en] zelfstandig naamwoord
- mun zelfstandig naamwoord
- näbb [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bek:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gap	bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel	gaping; hiaat; lacune; leegte; leemte
käft	bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel	mond
mun	bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel	kleine slok; mond; slokje
näbb	bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel	snebben

Verwante woorden van "bek":

bekken, bekje, bekjes

Wiktionary: bek

Cross Translation:

From	To	Via
• bek	→ näbb	↔ beak — structure projecting from a bird's face
• bek	→ näbb	↔ bill — bird's beak
• bek	→ käft; mun	↔ mouth — the opening of an animal through which food is ingested
• bek	→ snabel; näbb	↔ Schnabel — Zoologie: das Mundwerkzeug bestimmter Tiere
• bek	→ näbb	↔ bec — Traductions à trier suivant le sens
• bek	→ mun	↔ embouchure — géographie\|fr lieu où se jeter un fleuve dans la mer ou par lequel une rivière se jette dans un fleuve ou dans une autre rivière.
• bek	→ grop; avgrund; bottenlöst hål; gap	↔ gouffre — cavité large et profonde, vide ou remplie d’eau.

¹Muiswerk Woordenboek