Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bereid zijn:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bereid zijn (Nederlands) in het Zweeds

bereid zijn:

bereid zijn werkwoord (ben bereid, bent bereid, is bereid, was bereid, waren bereid, bereid geweest)

  1. bereid zijn (klaarstaan)
    vara förberedd; vara beredd
    • vara förberedd werkwoord (är förberedd, var förberedd, varit förberedd)
    • vara beredd werkwoord (är beredd, var beredd, varit beredd)

Conjugations for bereid zijn:

o.t.t.
  1. ben bereid
  2. bent bereid
  3. is bereid
  4. zijn bereid
  5. zijn bereid
  6. zijn bereid
o.v.t.
  1. was bereid
  2. was bereid
  3. was bereid
  4. waren bereid
  5. waren bereid
  6. waren bereid
v.t.t.
  1. ben bereid geweest
  2. bent bereid geweest
  3. is bereid geweest
  4. zijn bereid geweest
  5. zijn bereid geweest
  6. zijn bereid geweest
v.v.t.
  1. was bereid geweest
  2. was bereid geweest
  3. was bereid geweest
  4. waren bereid geweest
  5. waren bereid geweest
  6. waren bereid geweest
o.t.t.t.
  1. zal bereid zijn
  2. zult bereid zijn
  3. zal bereid zijn
  4. zullen bereid zijn
  5. zullen bereid zijn
  6. zullen bereid zijn
o.v.t.t.
  1. zou bereid zijn
  2. zou bereid zijn
  3. zou bereid zijn
  4. zouden bereid zijn
  5. zouden bereid zijn
  6. zouden bereid zijn
diversen
  1. ben bereid!
  2. bent bereid!
  3. bereid geweest
  4. bereid zijnde
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bereid zijn:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vara beredd bereid zijn; klaarstaan
vara förberedd bereid zijn; klaarstaan

Verwante vertalingen van bereid zijn