Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. beslissend:
  2. beslissen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beslissend (Nederlands) in het Zweeds

beslissend:

beslissend bijvoeglijk naamwoord

  1. beslissend (doorslaggevend)
    beslutsam; beslutsamt
  2. beslissend (afdoend; overtuigend)
    avgörande

Vertaal Matrix voor beslissend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgörande afhandelen; beslissing; raadsbesluit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgörande afdoend; beslissend; overtuigend daadkrachtig; dynamisch; energiek
beslutsam beslissend; doorslaggevend
beslutsamt beslissend; doorslaggevend beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig; standvastig

Verwante woorden van "beslissend":

  • beslissender, beslissendere

beslissend vorm van beslissen:

beslissen werkwoord (beslis, beslist, besliste, beslisten, beslist)

  1. beslissen (besluiten)
    bestämma; besluta; komma till en ände
    • bestämma werkwoord (bestämmer, bestämde, bestämt)
    • besluta werkwoord (beslutar, beslutade, beslutat)
    • komma till en ände werkwoord (kommer till en ände, komm till en ände, kommit till en ände)

Conjugations for beslissen:

o.t.t.
  1. beslis
  2. beslist
  3. beslist
  4. beslissen
  5. beslissen
  6. beslissen
o.v.t.
  1. besliste
  2. besliste
  3. besliste
  4. beslisten
  5. beslisten
  6. beslisten
v.t.t.
  1. heb beslist
  2. hebt beslist
  3. heeft beslist
  4. hebben beslist
  5. hebben beslist
  6. hebben beslist
v.v.t.
  1. had beslist
  2. had beslist
  3. had beslist
  4. hadden beslist
  5. hadden beslist
  6. hadden beslist
o.t.t.t.
  1. zal beslissen
  2. zult beslissen
  3. zal beslissen
  4. zullen beslissen
  5. zullen beslissen
  6. zullen beslissen
o.v.t.t.
  1. zou beslissen
  2. zou beslissen
  3. zou beslissen
  4. zouden beslissen
  5. zouden beslissen
  6. zouden beslissen
diversen
  1. beslis!
  2. beslist!
  3. beslist
  4. beslissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor beslissen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besluta beslissen; besluiten
bestämma beslissen; besluiten afbakenen; afkondigen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; bestemmen; decreteren; definiëren; determineren; omlijnen; omschrijven; plaats toekennen; plaatsen; uitstippelen; uitvaardigen; uitzetten; vaststellen
komma till en ände beslissen; besluiten
- bepalen; besluiten; uitmaken; vaststellen

Synoniemen voor "beslissen":


Verwante definities voor "beslissen":

  1. zeggen hoe het is of wat er gebeurt1
    • de directie beslist wie de baan krijgt1

Wiktionary: beslissen


Cross Translation:
FromToVia
beslissen besluta decide — to resolve or settle
beslissen besluta; resolvera resolve — make a firm decision
beslissen besluta déciderrésoudre après examen une chose douteux et contester.