Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. beter:
  2. beteren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beter (Nederlands) in het Zweeds

beter:

beter bijvoeglijk naamwoord

  1. beter
    förbättrad

Vertaal Matrix voor beter:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbättrad beter uitgebreid

Verwante definities voor "beter":

  1. sterker dan 'goed'1
    • een 8 is goed, maar een 9 is beter1
  2. weer gezond1
    • ik ben weer beter volgens de dokter1

Wiktionary: beter


Cross Translation:
FromToVia
beter bättre better — comparative of the adjectives good or well
beter bättre better — comparative form of the adverb well

beteren:

beteren werkwoord (beter, betert, beterde, beterden, gebeterd)

  1. beteren (gezond worden; genezen; helen)
    tillfriskna; bli bra; återhämta sig
    • tillfriskna werkwoord (tillfrisknar, tillfrisknade, tillfrisknat)
    • bli bra werkwoord (blir bra, blev bra, blivit bra)
    • återhämta sig werkwoord (återhämtar sig, återhämtade sig, återhämtat sig)
  2. beteren (leven beteren)
    få det bättre; förbättra sitt liv
    • få det bättre werkwoord (får det bättre, fick det bättre, fått det bättre)
    • förbättra sitt liv werkwoord (förbättrar sitt liv, förbättrade sitt liv, förbättrat sitt liv)
  3. beteren (verbeteren; corrigeren; herstellen; )
    förbättra; förnya; bli bättre
    • förbättra werkwoord (förbättrar, förbättrade, förbättrat)
    • förnya werkwoord (förnyar, förnyade, förnyat)
    • bli bättre werkwoord (blir bättre, blev bättre, blivit bättre)

Conjugations for beteren:

o.t.t.
  1. beter
  2. betert
  3. betert
  4. beteren
  5. beteren
  6. beteren
o.v.t.
  1. beterde
  2. beterde
  3. beterde
  4. beterden
  5. beterden
  6. beterden
v.t.t.
  1. heb gebeterd
  2. hebt gebeterd
  3. heeft gebeterd
  4. hebben gebeterd
  5. hebben gebeterd
  6. hebben gebeterd
v.v.t.
  1. had gebeterd
  2. had gebeterd
  3. had gebeterd
  4. hadden gebeterd
  5. hadden gebeterd
  6. hadden gebeterd
o.t.t.t.
  1. zal beteren
  2. zult beteren
  3. zal beteren
  4. zullen beteren
  5. zullen beteren
  6. zullen beteren
o.v.t.t.
  1. zou beteren
  2. zou beteren
  3. zou beteren
  4. zouden beteren
  5. zouden beteren
  6. zouden beteren
diversen
  1. beter!
  2. betert!
  3. gebeterd
  4. beterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor beteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bli bra beteren; genezen; gezond worden; helen
bli bättre beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren erop vooruit gaan; vooruitkomen; vorderen
få det bättre beteren; leven beteren
förbättra beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren beter worden; bijschaven; corrigeren; erop vooruit gaan; perfectioneren; progressie maken; verbeteren; vooruitgang boeken; vooruitkomen; vorderen
förbättra sitt liv beteren; leven beteren
förnya beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren hernieuwen; herscheppen; herstellen; in goede staat brengen; nieuw leven inblazen; opknappen; opnieuw doen; overdoen; regenereren; renoveren; verbeteren; vernieuwen; wederopbouwen
tillfriskna beteren; genezen; gezond worden; helen bekomen; genezen van ziekte; helen; zich hervinden
återhämta sig beteren; genezen; gezond worden; helen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bli bättre genezend; helend

Wiktionary: beteren


Cross Translation:
FromToVia
beteren bli bättre improve — to become better

Verwante vertalingen van beter