Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bewaren (Nederlands) in het Zweeds

bewaren:

bewaren werkwoord (bewaar, bewaart, bewaarde, bewaarden, bewaard)

  1. bewaren (opslaan; deponeren)
    lagra; bevara
    • lagra werkwoord (lagrar, lagrade, lagrat)
    • bevara werkwoord (bevarar, bevarade, bevarat)
  2. bewaren (behoeden; beschermen)
    bevaka från
    • bevaka från werkwoord (bevakar från, bevakade från, bevakat från)
  3. bewaren (behouden; conserveren)
    förvara; bevara; inlägga
    • förvara werkwoord (förvarar, förvarade, förvarat)
    • bevara werkwoord (bevarar, bevarade, bevarat)
    • inlägga werkwoord (inlägger, inläggde, inlagt)
  4. bewaren (wegzetten; opzij leggen)
    lagra; lägga upp; samla på lager; lägga undan
    • lagra werkwoord (lagrar, lagrade, lagrat)
    • lägga upp werkwoord (lägger upp, lade upp, lagt upp)
    • samla på lager werkwoord (samlar på lager, samlade på lager, samlat på lager)
    • lägga undan werkwoord (lägger undan, lade undan, lagt undan)
  5. bewaren (archiveren; opslaan; opbergen)
    spara; ordna; förvara; arkivera
    • spara werkwoord (sparar, sparade, sparat)
    • ordna werkwoord (ordnar, ordnade, ordnat)
    • förvara werkwoord (förvarar, förvarade, förvarat)
    • arkivera werkwoord (arkiverar, arkiverade, arkiverat)

Conjugations for bewaren:

o.t.t.
  1. bewaar
  2. bewaart
  3. bewaart
  4. bewaren
  5. bewaren
  6. bewaren
o.v.t.
  1. bewaarde
  2. bewaarde
  3. bewaarde
  4. bewaarden
  5. bewaarden
  6. bewaarden
v.t.t.
  1. heb bewaard
  2. hebt bewaard
  3. heeft bewaard
  4. hebben bewaard
  5. hebben bewaard
  6. hebben bewaard
v.v.t.
  1. had bewaard
  2. had bewaard
  3. had bewaard
  4. hadden bewaard
  5. hadden bewaard
  6. hadden bewaard
o.t.t.t.
  1. zal bewaren
  2. zult bewaren
  3. zal bewaren
  4. zullen bewaren
  5. zullen bewaren
  6. zullen bewaren
o.v.t.t.
  1. zou bewaren
  2. zou bewaren
  3. zou bewaren
  4. zouden bewaren
  5. zouden bewaren
  6. zouden bewaren
diversen
  1. bewaar!
  2. bewaart!
  3. bewaard
  4. bewarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bewaren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. bewaren (bergen)
    förvaring

Vertaal Matrix voor bewaren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förvaring bergen; bewaren
lägga upp opdienen; serveren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arkivera archiveren; bewaren; opbergen; opslaan archiveren; comprimeren
bevaka från behoeden; beschermen; bewaren
bevara behouden; bewaren; conserveren; deponeren; opslaan beschermen; bescherming bieden; beschutten; conserveren; instandhouden; verduurzamen
förvara archiveren; behouden; bewaren; conserveren; opbergen; opslaan stallen
inlägga behouden; bewaren; conserveren conserveren; inleggen
lagra bewaren; deponeren; opslaan; opzij leggen; wegzetten stallen
lägga undan bewaren; opzij leggen; wegzetten
lägga upp bewaren; opzij leggen; wegzetten opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel
ordna archiveren; bewaren; opbergen; opslaan afspreken; arrangeren; bedisselen; bevelen; classificeren; dicteren; gebieden; gelasten; iets op touw zetten; iets regelen; in het gelid stellen; inrichten; installeren; op orde brengen; ordenen; rangeren; rangordenen; rangschikken; rechtmaken; regelen; reglementeren; scharen; schiften; schikken; sorteren; uitzoeken; voorschrijven
samla på lager bewaren; opzij leggen; wegzetten
spara archiveren; bewaren; opbergen; opslaan achterhouden; behouden; besparen; bespreken; geld besparen; in acht nemen; matigen; minder gebruiken; ontzien; opslaan; opsparen; opzijleggen; reis boeken; reserveren; sparen; terughouden; vastleggen; verschonen; zuinig zijn
- behouden; houden

Synoniemen voor "bewaren":


Antoniemen van "bewaren":


Verwante definities voor "bewaren":

  1. zorgen dat het blijft1
    • bewaar jij al je liefdesbrieven?1

Wiktionary: bewaren


Cross Translation:
FromToVia
bewaren förbjuda; beskydda; avvärja forfend — prohibit; forbid; avert
bewaren reservera reserve — to keep in store for future or special use
bewaren spara save — to write a file to a disk
bewaren lagra; förvara store — keep (something) while not in use
bewaren bevara; spara aufbewahren — etwas an einem geeigneten Ort zur späteren Verwendung verwahren
bewaren bevara bewahrensich etwas bewahren: sich etwas erhalten
bewaren bibehålla; bevara erhalten — (transitiv) etwas bewahren
bewaren se efter gaumen — (transitiv), Schweiz: auf jemandem, etwas aufpassen; in seine Obhut nehmen
bewaren försvara; bevara gaumen — (transitiv), Schweiz: nicht antasten lassen, schützen, verteidigen
bewaren behålla; förvara; konservera conservermaintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir.
bewaren behålla; förvara; konservera maintenirtenir ferme et fixe.
bewaren beskydda; freda; skydda; värja; värna; vakta protégerprendre la défense de quelqu’un, de quelque chose ; prêter secours et appui.
bewaren skydda; bevara préserver — préserver
bewaren dra ifrån ôtertirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux.

Verwante vertalingen van bewaren