Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bezemen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bezemen (Nederlands) in het Zweeds

bezemen:

bezemen werkwoord (bezem, bezemt, bezemde, bezemden, gebezemd)

  1. bezemen
    sopa
    • sopa werkwoord (sopar, sopade, sopat)

Conjugations for bezemen:

o.t.t.
  1. bezem
  2. bezemt
  3. bezemt
  4. bezemen
  5. bezemen
  6. bezemen
o.v.t.
  1. bezemde
  2. bezemde
  3. bezemde
  4. bezemden
  5. bezemden
  6. bezemden
v.t.t.
  1. heb gebezemd
  2. hebt gebezemd
  3. heeft gebezemd
  4. hebben gebezemd
  5. hebben gebezemd
  6. hebben gebezemd
v.v.t.
  1. had gebezemd
  2. had gebezemd
  3. had gebezemd
  4. hadden gebezemd
  5. hadden gebezemd
  6. hadden gebezemd
o.t.t.t.
  1. zal bezemen
  2. zult bezemen
  3. zal bezemen
  4. zullen bezemen
  5. zullen bezemen
  6. zullen bezemen
o.v.t.t.
  1. zou bezemen
  2. zou bezemen
  3. zou bezemen
  4. zouden bezemen
  5. zouden bezemen
  6. zouden bezemen
diversen
  1. bezem!
  2. bezemt!
  3. gebezemd
  4. bezemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bezemen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sopa bezemen vegen

Wiktionary: bezemen


Cross Translation:
FromToVia
bezemen sopa balayernettoyer un lieu avec le balai.