Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bijdehand:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijdehand (Nederlands) in het Zweeds

bijdehand:

bijdehand bijvoeglijk naamwoord

  1. bijdehand (adrem; snedig; gevat; raak)
    smart
    • smart bijvoeglijk naamwoord
  2. bijdehand (kien; slim; pienter; uitgekookt; spits)
    skarp; intensivt; skarpt; vass; vasst
    • skarp bijvoeglijk naamwoord
    • intensivt bijvoeglijk naamwoord
    • skarpt bijvoeglijk naamwoord
    • vass bijvoeglijk naamwoord
    • vasst bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor bijdehand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smart geniaal persoon; genie
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- intelligent; knap; pienter; slim
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intensivt bijdehand; kien; pienter; slim; spits; uitgekookt acuut; fervent; verlekkerd; vurig
skarp bijdehand; kien; pienter; slim; spits; uitgekookt fel; hanig; heet; messcherp; met een scherp oog; nauwlettend; pikant; pinnig; pittig; puntig; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; scherpklinkend; smaak prikkelend; snibbig; vinnig; vlijmend
skarpt bijdehand; kien; pienter; slim; spits; uitgekookt fel; gehaaid; gescherpt; gevat; gewiekst; hanig; hard; hoog; messcherp; met een scherp oog; nauwlettend; pikant; pinnig; puntig; schel; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; scherpklinkend; schril; snedig; snerpend; snibbig; uitgeslapen; verlekkerd; vinnig; vlijmend
smart adrem; bijdehand; gevat; raak; snedig bij de pinken; clever; geleerd; gis; goochem; intelligent; kien; schrander; slim; snugger; uitgeslapen; wijs
vass bijdehand; kien; pienter; slim; spits; uitgekookt gehaaid; gevat; gewiekst; puntig; snedig; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; uitgeslapen
vasst bijdehand; kien; pienter; slim; spits; uitgekookt gehaaid; gevat; gewiekst; messcherp; puntig; scherp; snedig; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; uitgeslapen

Synoniemen voor "bijdehand":


Antoniemen van "bijdehand":


Verwante definities voor "bijdehand":

  1. hij snapt het vlug, reageert snel1
    • onze oudste dochter is erg bijdehand1