Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bijsluiten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijsluiten (Nederlands) in het Zweeds

bijsluiten:

bijsluiten werkwoord

  1. bijsluiten (bijdoen; toevoegen; bijvoegen; erbij voegen)
    öka; bidraga
    • öka werkwoord (ökar, ökade, ökat)
    • bidraga werkwoord (bidrar, bidrog, bidragit)
  2. bijsluiten (toevoegen; bijvoegen; insluiten)
    innesluta; besegla; inkapsla
    • innesluta werkwoord (inneslutar, inneslutade, inneslutat)
    • besegla werkwoord (beseglar, beseglade, beseglat)
    • inkapsla werkwoord (inkapslar, inkapslade, inkapslat)

Vertaal Matrix voor bijsluiten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besegla bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bezeilen; goedkeuren; homologeren
bidraga bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen bijdragen
inkapsla bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen omtrekken
innesluta bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
öka bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; escaleren; gaan staan; gedijen; groeien; groter worden; omdoen; omhooggaan; omhoogkomen; opstaan; opzetten; stijgen; toenemen; uit de hand lopen; verheffen; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; zich vermeerderen