Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bijstorten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijstorten (Nederlands) in het Zweeds

bijstorten:

bijstorten werkwoord (stort bij, stortte bij, stortten bij, bijgestort)

  1. bijstorten (op rekening storten)
    sätta in på konto; sätta in
    • sätta in på konto werkwoord (sätter in på konto, satte in på konto, satt in på konto)
    • sätta in werkwoord (sätter in, satte in, satt in)

Conjugations for bijstorten:

o.t.t.
  1. stort bij
  2. stort bij
  3. stort bij
  4. storten bij
  5. storten bij
  6. storten bij
o.v.t.
  1. stortte bij
  2. stortte bij
  3. stortte bij
  4. stortten bij
  5. stortten bij
  6. stortten bij
v.t.t.
  1. heb bijgestort
  2. hebt bijgestort
  3. heeft bijgestort
  4. hebben bijgestort
  5. hebben bijgestort
  6. hebben bijgestort
v.v.t.
  1. had bijgestort
  2. had bijgestort
  3. had bijgestort
  4. hadden bijgestort
  5. hadden bijgestort
  6. hadden bijgestort
o.t.t.t.
  1. zal bijstorten
  2. zult bijstorten
  3. zal bijstorten
  4. zullen bijstorten
  5. zullen bijstorten
  6. zullen bijstorten
o.v.t.t.
  1. zou bijstorten
  2. zou bijstorten
  3. zou bijstorten
  4. zouden bijstorten
  5. zouden bijstorten
  6. zouden bijstorten
diversen
  1. stort bij!
  2. stort bij!
  3. bijgestort
  4. bijstortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bijstorten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sätta in bijstorten; op rekening storten binnensteken; inlassen; insteken; tussenlassen
sätta in på konto bijstorten; op rekening storten