Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. boemelaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boemelaar (Nederlands) in het Zweeds

boemelaar:

boemelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boemelaar (zwelger; slemper)
    rumlare; hålligångare; festare

Vertaal Matrix voor boemelaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
festare boemelaar; slemper; zwelger
hålligångare boemelaar; slemper; zwelger lolbroeken; slempers
rumlare boemelaar; slemper; zwelger bacchanaal; drinkgelag; drinkpartij; lolbroeken; opsnijder; slempers

Verwante woorden van "boemelaar":

  • boemelaars