Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. boord:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boord (Nederlands) in het Zweeds

boord:

boord [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boord (scheepsdek)
    däck
    • däck [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de boord (kraag; halskraag)
    krage; halskrage

Vertaal Matrix voor boord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
däck boord; scheepsdek autoband; luchtband
halskrage boord; halskraag; kraag
krage boord; halskraag; kraag boordje; boordsel; galon; kraagje; omzoming; oplegsel; passement

Verwante definities voor "boord":

  1. stijve kraag1
    • de boord van zijn overhemd is vuil1

Wiktionary: boord


Cross Translation:
FromToVia
boord krage collar — fabric garment part fitting around throat
boord krage col — Partie d'habit autour du cou.
boord strand riveterrain qui border un fleuve, une rivière, un étang ou un lac.

Verwante vertalingen van boord